Parabel van de apekooi en de banaan

In een kooi met tien apen wordt een banaan opgehangen. Onder de banaan staat een trap. Als een van de apen een poot op een traptrede zet om de banaan te gaan plukken, worden alle apen natgespoten. Dat vinden ze niet leuk. En als het daarna nog een keer gebeurt, beginnen ze verbanden te zien.
Zodra nu een van de apen ook maar een beweging maakt die erop lijkt dat hij de trap wil beklimmen, zullen de andere negen apen hem dat willen beletten. Ze hebben immers geen zin in nog een nat pak.

Nu vervangen we een van de kooibewoners door een nieuwe aap die nergens van af weet. De nieuweling ziet de banaan, besluit die te gaan oogsten, maar wordt dan door de negen resterende 'oude' apen hardhandig van dat voornemen afgebracht. Als er nog een 'oude' aap door een 'nieuwe' wordt vervangen, herhaalt zich dat. Waarbij de eerste nieuweling enhousiast meehelpt de laatst-gekomene een pak rammel te geven.

Zo vervangen we alle 'oude' apen en is er geen aap meer in de kooi die het 'natspuiten-omdat-je-een-poot-op-de-trap-zette' aan den lijve meemaakte. Toch zal geen aap het in zijn hoofd halen om ook nog maar een poot naar die trap uit te steken.
'Waarom niet, meneer?'
'Dat doen wij hier gewoon niet, jongeman.'

 

Deze parabel is gebaseerd op een experiment dat G.R. Stephenson in de jaren 60 uitvoerde en beschreef in het artikel Cultural Acquisition of a Specific Learned Response Among Rhesus Monkeys

Scroll naar boven